Doorgaan naar hoofdcontent

Zaag

.
In een van zijn gedichten beschrijft Chris van Geel hoe hij ’s ochtends het raam van zijn huis in de duinen bij Groet opendraait en dan ver uitkijkt over de laaggelegen polder. Hoog boven zich ziet hij wolken. In de lucht ziet hij vogels. In de weilanden paarden. En varkens:

“Varkens lopen op een zaag van tepels”.

Van een zeug (een vrouwtjesvarken) zijn tijdens de zwangerschap en de zoogtijd de tepels goed te zien. Vooral als zij niet ligt, maar in de wei staat of loopt. Van opzij gezien hangen ze dan als kleine roze driehoekjes naar beneden.

Omgekeerd, van beneden naar boven, doen de kleine driehoekige ruimtes tussen de roze driehoekjes denken aan de opstaande tanden van een zaag.

Het verbinden van een bij uitstek zacht en kwetsbaar lichaamsdeel met een scherp snijdend voorwerp is een typisch geval van surrealisme. Denk aan de film Un chien andalou (1929) van Luis Buñuel. Daarin snijdt een scheermes door een oog.

Reacties

  1. Je moet al uitleggen dat een zeug een vrouwtjesvarken is? Dat is niet algemeen bekend? Ik sta paf. Overigens associeerden wij, bewoners van Zuid-Hollands platteland, die tepels niet met een zaag, maar met een rij knopen op een jasje of hemd. De dichter ziet dat natuurlijk anders, einverstanden. En, voor in de pub quiz, hoe heet een mannetjesvarken?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Om over dit gezellige dier nog wat door te `zagen`.....
    deze lekkere lachebek, kijk haar eens glimlachen.
    Of lacht ze ons uit? Zij, zo zachtrose en weinig kwetsbaar.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Krispijn

. De dichter Chr.J. van Geel was al 41 jaar oud toen hij, in 1958, debuteerde, met een dikke bundel: Spinroc en andere verzen , 148 pagina’s. In de jaren daarvoor had hij al veel gedichten geschreven, maar zonder daarvan iets te publiceren. Van Geel was erg kritisch op zichzelf, en onzeker – wat in dit geval vermoedelijk wel hetzelfde is. Hij kon erg goed twijfelen.        Zijn vriend Enno Endt en zijn levensgezel Thérèse Cornips stelden in 1955 daarom, zonder dat hij het wist, een strenge bloemlezing samen uit alle gedichten die zij op dat moment voorgelegd hadden gekregen: 78 gedichten die zij goed genoeg vonden voor publicatie en waarvan zij dachten dat Van Geel dat eigenlijk ook wel vond. Enno Endt schreef ze allemaal met de hand over in twee schoolschriften. De titel voor deze stiekem uitgekozen gedichten was Roofdruk , de vakterm voor een uitgave waarvan de auteur geen weet heeft. Ze legden de twee schriften voor aan enkele uitgevers, maar het k...

Gandhi

. In zijn column van afgelopen maandag op de opiniepagina van NRC haalde Stephan Sanders een gesprekje aan tussen een journalist en Mahatma Gandhi (1869-1948). Gandhi was, kort gezegd, de man die Brits-Indië voorging in de geweldloze bevrijding van de koloniale bezetter. In 1947 werd India onafhankelijk. Gandhi had zo zijn gedachten over de cultuur van de westerlingen, zoals blijkt uit dit korte gesprek:        – En wat denkt u van de westerse beschaving?        – Ik denk dat het een goed idee zou zijn. De kenner van het werk van Chr.J. van Geel zal dit citaat bekend voorkomen. In januari 1968 nam Barbarber deze tekst van hem op:        INTERVIEW MET GANDI        – Wat denkt u van de europese kultuur?        – Een goed idee. Van Geel zal het ergens in een krant of tijdschrift zijn tegengekomen en hij z...

Consi

. Chris van Geel (1917-1974) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam, aan de Herengracht, hoek Amstel, even zijde, nummer 598. Natuurlijk had hij het moeilijk, zoals iedereen. Tijdens de Hongerwinter werd het ook voor hem steeds lastiger om nog aan voedsel te komen. Van Geel, al lang en dun van zichzelf, werd nu helemaal een broodmagere verschijning.        Eén keer in de week mocht hij komen eten bij de familie Heijdenrijk, bekend van de firma Heijdenrijk, de lijstenmakerij. De Heijdenrijks hadden een paar adressen waar hij ook af en toe kon aanschuiven. “Zo kwam ik de week wel door, zij het met moeite”, vertelde hij later aan G. Brands. Maar de nood was hoog. “Ten slotte betaalde ik ook 5 gulden voor een sigaret, een Consi, bij een portier op het Thorbeckeplein.”        Consi leek mij de naam van een Engels of Amerikaans sigarettenmerk. Het zuiden van Nederland was in het najaar van 1944 al bevrijd. Daa...