. Wie arm is, hoeft dat in zijn hoofd niet te zijn. In zijn gedicht ‘Droom’ beschrijft Chris van Geel hoe hij in zijn droom in een prachtig fluwelen, met lovertjes bezet pak op feesten rondloopt, als een “rijkaard tussen rijken”. Maar dan wordt hij wakker, en beseft hij weer dat hij een arme dichter is. Geen glanzende carrière, maar een dor bestaan: het is binnen hard werken op “dor papier”, met uitzicht op ”dor blad buiten”. In zijn halfslaap wil hij eerst nog niet goed begrijpen waarom hij deze keuze maakte, maar even later wel. Zo besluit hij zijn gedicht. Rijkaard in gedachten, arm niet op zijn ongemak. Van Geel was arm, maar niet in gedachten. In zijn onrijke bestaan voelde hij zich, moest hij toegeven, ondanks alles niet onthuis. (Bewerking van ‘Rijkaard’, in ‘Van Geel Alfabet’, Hollands Maandblad , augustus-september 2023)
. Wat is poëzie? In een kort tekstje (‘Klein licht op de reddende schoonheid’) in Barbarber , september 1969, gaf Van Geel drie verschillende antwoorden. “Poëzie is verdrinken en er niet genoeg van krijgen” Dat was het eerste antwoord. Of: “[Poëzie is] in rust herinnerde ontroering” Dat was het tweede antwoord. Of: “[Poëzie is] een stoplicht dat men maar één keer passeert” Dat was het derde antwoord. En daarna, na een witregel, liet hij deze vraag volgen: “Waar lijkt dit toch op?” – alsof hij wilde zeggen: je kunt poëzie niet goed definiëren, je kunt er alleen omschrijvenderwijs over spreken, met vergelijkingen – vermoedelijk wel met meer dan drie. (Bewerking van ‘Poëzie’, in ‘Van Geel Alfabet’, Hollands Maandblad , augustus-september 2023) Beeld: Unsplash