Doorgaan naar hoofdcontent

Patrijspoort

.
‘De patrijspoort van de duivel’, zo noemde Chr.J. van Geel de televisie. Dus niet ‘venster op de wereld’ of een ander positief epitheton. Het huis is een schip. De huiskamer een hut of kajuit. En het venster van de televisie de patrijspoort waarachter het gevaar, het zondige leven, de hel voorbijtrekt.
       De televisie deed zijn intrede in de Nederlandse huiskamers in de loop van de jaren vijftig en, vooral, zestig van de vorige eeuw. Bij deze beeldspraak moeten we bedenken dat het beeldscherm van de eerste televisies veel kleiner en ovaler was dan nu. Veel patrijspoortiger.
       Ik weet niet of Van Geel zich ooit over de herkomst van het woord gebogen heeft. Er zijn etymologen die menen dat de patrijspoort zijn naam te danken heeft aan de opmerkelijke overeenkomst met de poort, dat is: de aarsopening, van de patrijsvogel. Die verklaring zou hem wel bevallen hebben, zeker in dit geval: de televisie als poepgat van de duivel.
       Enige ironie zal hier wel meegespeeld hebben. Zo bang was Van Geel in het algemeen niet voor het rijk van De Boze. Toen hij er zelf eenmaal eentje bezat, vanaf 1966 of 1967, keek hij er graag en vaak naar. En toen het nieuwe er eenmaal af was, viel hij er, zoals veel kijkbuiskijkers, gewoon bij in slaap. In oktober 1972 zocht Gerard Brands hem op, voor een interview. “We kijken naar een voetbalwedstrijd op de teevee. Na de rust sluimert hij in om kort voor het eindsignaal weer te ontwaken.”


(Bewerking van ‘Televisie’, in ‘Het Van Geel Alfabet. Vijfde supplement’, Tirade 389, mei 2001)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Krispijn

. De dichter Chr.J. van Geel was al 41 jaar oud toen hij, in 1958, debuteerde, met een dikke bundel: Spinroc en andere verzen , 148 pagina’s. In de jaren daarvoor had hij al veel gedichten geschreven, maar zonder daarvan iets te publiceren. Van Geel was erg kritisch op zichzelf, en onzeker – wat in dit geval vermoedelijk wel hetzelfde is. Hij kon erg goed twijfelen.        Zijn vriend Enno Endt en zijn levensgezel Thérèse Cornips stelden in 1955 daarom, zonder dat hij het wist, een strenge bloemlezing samen uit alle gedichten die zij op dat moment voorgelegd hadden gekregen: 78 gedichten die zij goed genoeg vonden voor publicatie en waarvan zij dachten dat Van Geel dat eigenlijk ook wel vond. Enno Endt schreef ze allemaal met de hand over in twee schoolschriften. De titel voor deze stiekem uitgekozen gedichten was Roofdruk , de vakterm voor een uitgave waarvan de auteur geen weet heeft. Ze legden de twee schriften voor aan enkele uitgevers, maar het k...

Gandhi

. In zijn column van afgelopen maandag op de opiniepagina van NRC haalde Stephan Sanders een gesprekje aan tussen een journalist en Mahatma Gandhi (1869-1948). Gandhi was, kort gezegd, de man die Brits-Indië voorging in de geweldloze bevrijding van de koloniale bezetter. In 1947 werd India onafhankelijk. Gandhi had zo zijn gedachten over de cultuur van de westerlingen, zoals blijkt uit dit korte gesprek:        – En wat denkt u van de westerse beschaving?        – Ik denk dat het een goed idee zou zijn. De kenner van het werk van Chr.J. van Geel zal dit citaat bekend voorkomen. In januari 1968 nam Barbarber deze tekst van hem op:        INTERVIEW MET GANDI        – Wat denkt u van de europese kultuur?        – Een goed idee. Van Geel zal het ergens in een krant of tijdschrift zijn tegengekomen en hij z...

Consi

. Chris van Geel (1917-1974) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam, aan de Herengracht, hoek Amstel, even zijde, nummer 598. Natuurlijk had hij het moeilijk, zoals iedereen. Tijdens de Hongerwinter werd het ook voor hem steeds lastiger om nog aan voedsel te komen. Van Geel, al lang en dun van zichzelf, werd nu helemaal een broodmagere verschijning.        Eén keer in de week mocht hij komen eten bij de familie Heijdenrijk, bekend van de firma Heijdenrijk, de lijstenmakerij. De Heijdenrijks hadden een paar adressen waar hij ook af en toe kon aanschuiven. “Zo kwam ik de week wel door, zij het met moeite”, vertelde hij later aan G. Brands. Maar de nood was hoog. “Ten slotte betaalde ik ook 5 gulden voor een sigaret, een Consi, bij een portier op het Thorbeckeplein.”        Consi leek mij de naam van een Engels of Amerikaans sigarettenmerk. Het zuiden van Nederland was in het najaar van 1944 al bevrijd. Daa...