Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit november, 2025 tonen

Van Dale

. Voor de meeste dichters bestaat er, naast de eigen boeken, maar één ander boek: het woordenboek. Toen het huis van Chris van Geel was afgebrand, in februari 1972, kreeg hij van de gemeente eerst een kale nieuwbouwwoning toegewezen. De burgemeester, Lo de Ruiter, vroeg hem wat hij verder nog nodig had. Van Geel antwoordde: gordijnen, een schrijfmachine en een dikke Van Dale.        De verbrande Van Dale van Van Geel, en de nieuwe Van Dale die hij kreeg, waren uitgaven die waren samengesteld door dr. Cornelis Kruyskamp (1911-1990). Hij was tussen 1961 (achtste druk) en 1976 (tiende druk) in zijn eentje de bewerker van het woordenboek. Kruyskamp was een groot taalgeleerde, precies en scherp en efficiënt in zijn omschrijvingen, maar af en toe ook wat eigenzinnig. “Zijn vreemdelingschap in deze wereld kwam ook tot uiting in enige subjectief gekleurde definities in Van Dale” schreef Hans Heestermans in zijn necrologie van Kruyskamp. Dit is er een voorbe...

Emirs

. In maart 1965 verscheen in het tijdschrift Barbarber deze tekst:        Deze week moesten twee emirs, een        voor elke gemeente, over een plankier        getrokken worden. Maar de emirs        bleven trouw aan hun reputatie        en weigerden. Het is een tekst zonder titel. Is het een gedicht? Misschien. Er zit wat rijm in: emir – plankier. En wat klankovereenkomst her en der: week – twee – e(mirs) – een – gemeente. Er lijkt over de regelverdeling te zijn nagedacht, al is die ook wel vreemd. Zou het een vertaling zijn misschien?        Ook de inhoud is nogal eigenaardig. Wat is een emir precies? Een Arabische vorst, zegt Van Dale. Wat is precies een plankier? Een houten bevloering. En wat hebben deze twee Arabische vorsten dan bij hun houten bevloering te stell...

Zouttuin

. In de Spiegel van de surrealistische poëzie in het Nederlands , een bloemlezing, verschenen in 1989, is ook poëzie van Chris van Geel opgenomen. “Van Geel beschouwde het surrealisme vooral als een ‘état d’esprit’ en niet als een wezenlijk aspect van zijn gedichten en tekeningen”, schrijft samensteller Laurens Vancrevel. Toch koos hij uit Van Geels oeuvre maar liefst dertig gedichten met een meer of minder surrealistische inslag. Dit is er een van:        ZOUTTUIN        Stralende schaduw heeft        de wind tussen de bomen. Hout        heeft op zijn schouders meegenomen        geduld om blad.        Blad hangt in losse overdaad, blad valt,        maar nooit ontspant zich zout onder de wind –       ...

Vogelpootjes

. In het lemma ‘Binnenspelen’, zie elders in dit ‘Van Geel Alfabet’, ging het over de eerste afdeling van de bundel Spinroc en andere verzen (1958), en daar dan weer de derde onderafdeling van. Het is de afdeling waarin Van Geel een paar van zijn meer speelse, beeldende, misschien wel surrealistisch te noemen gedichten onderbracht. Het gedicht ‘Binnenspelen’ was er een van. Dit gedicht ook:        VROEG        Haperend kraait een haan tegen de mist.        Een koestal geeft aan zeven ramen licht.        Een haan kraait tot een andere haan. Drie hanen.        Een motorfiets trekt zijn geluid de bocht om.        De bomen druipen – het is bijna ochtend.        Het regent, hoor. Of dorre blaren schrapen      ...