Doorgaan naar hoofdcontent

Naaldhakgrafjes

.
In april 1966 verscheen in het tijdschrift De Gids dit ultrakorte gedicht van Chris van Geel:

       ALLERZIELEN

       Naaldhakputjes vult de regen.

‘Allerzielen’ is de dag waarop in de rooms-katholieke kerk alle doden worden herdacht, 2 november. Dan bezoekt men de graven van de dierbaren op het kerkhof. Daar kun je soms de sporen van andere, of eerdere, bezoekers zien, zoals de door naaldhakken in het zand of in het grind achtergelaten putjes.
       De naaldhak wordt wel gedragen bij een begrafenis, maar er hangt ook een zweem van erotiek (hoge hakken, strakke kousen, nauwe kokerrok) omheen. Dood en seks: het is misschien een verrassend arrangement, maar niet voor Van Geel (freudiaan, surrealist, geen katholiek).
       Hoe zou zo’n kort gedicht in het Spaans klinken? Toevallig weten we dat. Een vertaling is te vinden in de Antología de la Poesía Neerlandesa Moderna (1971) van Francesco Carrasquer:

       DÍA DE LAS ÁNIMAS

       Va llenando la lluvia
       los hoyitos de tacón de aguja.

Het Spaans is een rebbeltaaltje, zoals bekend. Dat ratelt altijd maar door. Voor de titel en de ene regel van Van Geel (vijf woorden, twaalf lettergrepen) heeft het Spaans hier twee keer zoveel ruimte nodig: titel, twee regels, veertien woorden, zesentwintig lettergrepen.
       “La lluvia” is ‘de regen’ of ‘de regenbui’. “Va llenando” komt overeen met ‘gaat vol maken, gaat vullen’. Een “aguja” is een haarspeld, of een naald. Een “tacón” is een hak. Een “tacón de aguja” is ‘een hak van naald’, een naaldhak. En “los hoyitos” zijn de kuiltjes, gaatjes, putjes. Dus dit is wat er in het Spaans woord voor woord staat:

       DAG VAN DE ZIELEN

       Gaat vullen de regen
       de putjes van de hak van naald.

Oftewel:

       ALLERZIELEN

       Naaldhakputjes vult de regen.

Er is enige overeenkomst tussen een naaldhakputje en een vers gegraven, nog leeg graf: het zijn allebei gaten. Dat is de tweede verrassing van dit korte gedicht.
       De Spaanse lezer wordt daar mogelijk iets beter op voorbereid dan de Nederlandse. ‘Hoyito’ is het verkleinwoord van ‘hoyo’, dat ‘kuil’ betekent, maar soms ook ‘grafkuil’. Misschien is dit wel wat de Spaanse lezer leest:

       ALLERZIELEN

       Naaldhakgrafjes vult de regen.


(Bewerking van ‘Naaldhakgrafjes’, in Onze Taal, juni 2019)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Krispijn

. De dichter Chr.J. van Geel was al 41 jaar oud toen hij, in 1958, debuteerde, met een dikke bundel: Spinroc en andere verzen , 148 pagina’s. In de jaren daarvoor had hij al veel gedichten geschreven, maar zonder daarvan iets te publiceren. Van Geel was erg kritisch op zichzelf, en onzeker – wat in dit geval vermoedelijk wel hetzelfde is. Hij kon erg goed twijfelen.        Zijn vriend Enno Endt en zijn levensgezel Thérèse Cornips stelden in 1955 daarom, zonder dat hij het wist, een strenge bloemlezing samen uit alle gedichten die zij op dat moment voorgelegd hadden gekregen: 78 gedichten die zij goed genoeg vonden voor publicatie en waarvan zij dachten dat Van Geel dat eigenlijk ook wel vond. Enno Endt schreef ze allemaal met de hand over in twee schoolschriften. De titel voor deze stiekem uitgekozen gedichten was Roofdruk , de vakterm voor een uitgave waarvan de auteur geen weet heeft. Ze legden de twee schriften voor aan enkele uitgevers, maar het k...

Gandhi

. In zijn column van afgelopen maandag op de opiniepagina van NRC haalde Stephan Sanders een gesprekje aan tussen een journalist en Mahatma Gandhi (1869-1948). Gandhi was, kort gezegd, de man die Brits-Indië voorging in de geweldloze bevrijding van de koloniale bezetter. In 1947 werd India onafhankelijk. Gandhi had zo zijn gedachten over de cultuur van de westerlingen, zoals blijkt uit dit korte gesprek:        – En wat denkt u van de westerse beschaving?        – Ik denk dat het een goed idee zou zijn. De kenner van het werk van Chr.J. van Geel zal dit citaat bekend voorkomen. In januari 1968 nam Barbarber deze tekst van hem op:        INTERVIEW MET GANDI        – Wat denkt u van de europese kultuur?        – Een goed idee. Van Geel zal het ergens in een krant of tijdschrift zijn tegengekomen en hij z...

Consi

. Chris van Geel (1917-1974) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam, aan de Herengracht, hoek Amstel, even zijde, nummer 598. Natuurlijk had hij het moeilijk, zoals iedereen. Tijdens de Hongerwinter werd het ook voor hem steeds lastiger om nog aan voedsel te komen. Van Geel, al lang en dun van zichzelf, werd nu helemaal een broodmagere verschijning.        Eén keer in de week mocht hij komen eten bij de familie Heijdenrijk, bekend van de firma Heijdenrijk, de lijstenmakerij. De Heijdenrijks hadden een paar adressen waar hij ook af en toe kon aanschuiven. “Zo kwam ik de week wel door, zij het met moeite”, vertelde hij later aan G. Brands. Maar de nood was hoog. “Ten slotte betaalde ik ook 5 gulden voor een sigaret, een Consi, bij een portier op het Thorbeckeplein.”        Consi leek mij de naam van een Engels of Amerikaans sigarettenmerk. Het zuiden van Nederland was in het najaar van 1944 al bevrijd. Daa...