.
Dit is het gedicht ‘Tuin’, uit de bundel Enkele gedichten (1973):
TUIN
Hoe met een goede plantslag midden
in jou te planten met een list
een tuin als daar een plaats voor is,
het licht en daar de lente van.
Het is een liedje van verlangen. Ik zou wel een tuin in jou willen planten, zegt de dichter. Een beetje stiekem, zonder dat je er erg in hebt (“met een list”). En dan gaat het hem niet om zomaar een tuin, maar om een tuin met licht. En niet zomaar om licht, maar – hoe subtiel – de lénte van dat licht.
Lente, tuin, licht, liefde – het is niet moeilijk om dit gedicht in verband te brengen met liefdeslyriek uit allerlei tijden. Denk aan de middeleeuwse priëlen en boomgaarden waarin het hoofse minnespel zich afspeelde. Of aan de ‘hortus conclusus’, de intieme besloten binnentuin, waarvan het oervoorbeeld al in de Bijbel te vinden is: de hof van Eden. Of aan deze regels uit het Hooglied: “Zusje, bruid, een besloten hof ben jij, een gesloten tuin, een verzegelde bron.” (Hooglied 4:12) Of aan Jan Smit en Damaru: “Ik heb een tuintje in mijn hart, maar alleen voor jou.”
Er zit ook een minder lieflijke kant aan dit gedicht. Kijk naar de opening met die agressieve plantslag en het wellustige planten, met een list nog wel. Daar kun je ook een typisch surrealistisch beeld in zien, met een – zoals vaak bij de surrealisten – typisch freudiaanse duiding. Alles kan hier een seksueel symbool zijn: een tuin planten, met één goede beweging, “midden in jou”, en dan wachten tot die tuin vrucht gaat dragen, in het voorjaar, als het weer licht wordt en het nieuwe leven zich aandient.
‘Plantslag’ leek mij een echte vakterm uit het tuinders- of hovenierswezen, door Van Geel ergens gezien en voor deze gelegenheid even geleend. Het woord zou heel goed in het Nederlands kunnen bestaan, naast vergelijkbare woorden die beginnen met plant of eindigen op slag: plantschop, plantstok, kaakslag, vuistslag. Maar ‘plantslag’ blijkt buiten deze vier regels nergens te bestaan. Het is dus een neologisme, het woord voor die ene geslaagde plantbeweging, die ene lekkere beuk – in één keer raak.
(Bewerking van ‘Plantslag’, in Onze Taal, februari-maart 2018)
Illustratie ChatGPT
Dit is het gedicht ‘Tuin’, uit de bundel Enkele gedichten (1973):
TUIN
Hoe met een goede plantslag midden
in jou te planten met een list
een tuin als daar een plaats voor is,
het licht en daar de lente van.
Het is een liedje van verlangen. Ik zou wel een tuin in jou willen planten, zegt de dichter. Een beetje stiekem, zonder dat je er erg in hebt (“met een list”). En dan gaat het hem niet om zomaar een tuin, maar om een tuin met licht. En niet zomaar om licht, maar – hoe subtiel – de lénte van dat licht.
Lente, tuin, licht, liefde – het is niet moeilijk om dit gedicht in verband te brengen met liefdeslyriek uit allerlei tijden. Denk aan de middeleeuwse priëlen en boomgaarden waarin het hoofse minnespel zich afspeelde. Of aan de ‘hortus conclusus’, de intieme besloten binnentuin, waarvan het oervoorbeeld al in de Bijbel te vinden is: de hof van Eden. Of aan deze regels uit het Hooglied: “Zusje, bruid, een besloten hof ben jij, een gesloten tuin, een verzegelde bron.” (Hooglied 4:12) Of aan Jan Smit en Damaru: “Ik heb een tuintje in mijn hart, maar alleen voor jou.”
Er zit ook een minder lieflijke kant aan dit gedicht. Kijk naar de opening met die agressieve plantslag en het wellustige planten, met een list nog wel. Daar kun je ook een typisch surrealistisch beeld in zien, met een – zoals vaak bij de surrealisten – typisch freudiaanse duiding. Alles kan hier een seksueel symbool zijn: een tuin planten, met één goede beweging, “midden in jou”, en dan wachten tot die tuin vrucht gaat dragen, in het voorjaar, als het weer licht wordt en het nieuwe leven zich aandient.
‘Plantslag’ leek mij een echte vakterm uit het tuinders- of hovenierswezen, door Van Geel ergens gezien en voor deze gelegenheid even geleend. Het woord zou heel goed in het Nederlands kunnen bestaan, naast vergelijkbare woorden die beginnen met plant of eindigen op slag: plantschop, plantstok, kaakslag, vuistslag. Maar ‘plantslag’ blijkt buiten deze vier regels nergens te bestaan. Het is dus een neologisme, het woord voor die ene geslaagde plantbeweging, die ene lekkere beuk – in één keer raak.
(Bewerking van ‘Plantslag’, in Onze Taal, februari-maart 2018)
Illustratie ChatGPT

Reacties
Een reactie posten