Doorgaan naar hoofdcontent

Hymnoloog

.
Aan het begin van de jaren zeventig bezocht Chris van Geel de kernreactor in Petten, niet ver van zijn woonplaats Groet. Hij mocht mee met iemand die daar Griekse scherven op ouderdom moest laten onderzoeken, vertelde hij aan Gerard Brands, in een interview (in Studio, 6 augustus 1972). Het doet er niet zo veel toe, maar ik denk dat die iemand de classicus en archeoloog J.P. Guépin (1929 - 2006) was. “Hij heeft mij toen meegenomen omdat hij dacht dat ik het wel interessant zou vinden. Nou, dat deed ik ook – lopen door het binnenste van een reusachtige schoongemaakte motorfiets.”
       Vooraf moest hij zich bij het reactorcentrum aanmelden en daarbij ook zijn beroep vermelden. Dat vond hij ongemakkelijk. Hij besloot zich voor deze gelegenheid ‘hymnoloog’ te noemen. “Ik was toch niet helemaal gerust, omdat ik veronderstelde dat men een beta-beroep verwachtte. Wel een aardige naam voor een verzenliefhebber, nietwaar?” Volgens Van Dale is een hymnoloog een beoefenaar van de wetenschap van de kerkgezangen.
       Van Geels aanmelding werd geaccepteerd. Hij had zich ook gewoon, naar waarheid, dichter kunnen noemen, en dan was hij vermoedelijk ook wel binnengelaten. Maar wie noemt zichzelf nu dichter? Van Geel vond dat moeilijk. “Ik kan mij onmogelijk in de rol van dichter op mijn gemak voelen: men is kapper, maar geen dichter.”

(Bewerking van ‘Hymnoloog’, in ‘Van Geel Alfabet’, Hollands Maandblad, augustus-september 2023)


Prins Bernhard bezoekt reactorcentrum Petten. (Foto: Jac. de Nijs / Anefo).

Reacties

Populaire posts van deze blog

Krispijn

. De dichter Chr.J. van Geel was al 41 jaar oud toen hij, in 1958, debuteerde, met een dikke bundel: Spinroc en andere verzen , 148 pagina’s. In de jaren daarvoor had hij al veel gedichten geschreven, maar zonder daarvan iets te publiceren. Van Geel was erg kritisch op zichzelf, en onzeker – wat in dit geval vermoedelijk wel hetzelfde is. Hij kon erg goed twijfelen.        Zijn vriend Enno Endt en zijn levensgezel Thérèse Cornips stelden in 1955 daarom, zonder dat hij het wist, een strenge bloemlezing samen uit alle gedichten die zij op dat moment voorgelegd hadden gekregen: 78 gedichten die zij goed genoeg vonden voor publicatie en waarvan zij dachten dat Van Geel dat eigenlijk ook wel vond. Enno Endt schreef ze allemaal met de hand over in twee schoolschriften. De titel voor deze stiekem uitgekozen gedichten was Roofdruk , de vakterm voor een uitgave waarvan de auteur geen weet heeft. Ze legden de twee schriften voor aan enkele uitgevers, maar het k...

Gandhi

. In zijn column van afgelopen maandag op de opiniepagina van NRC haalde Stephan Sanders een gesprekje aan tussen een journalist en Mahatma Gandhi (1869-1948). Gandhi was, kort gezegd, de man die Brits-Indië voorging in de geweldloze bevrijding van de koloniale bezetter. In 1947 werd India onafhankelijk. Gandhi had zo zijn gedachten over de cultuur van de westerlingen, zoals blijkt uit dit korte gesprek:        – En wat denkt u van de westerse beschaving?        – Ik denk dat het een goed idee zou zijn. De kenner van het werk van Chr.J. van Geel zal dit citaat bekend voorkomen. In januari 1968 nam Barbarber deze tekst van hem op:        INTERVIEW MET GANDI        – Wat denkt u van de europese kultuur?        – Een goed idee. Van Geel zal het ergens in een krant of tijdschrift zijn tegengekomen en hij z...

Consi

. Chris van Geel (1917-1974) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam, aan de Herengracht, hoek Amstel, even zijde, nummer 598. Natuurlijk had hij het moeilijk, zoals iedereen. Tijdens de Hongerwinter werd het ook voor hem steeds lastiger om nog aan voedsel te komen. Van Geel, al lang en dun van zichzelf, werd nu helemaal een broodmagere verschijning.        Eén keer in de week mocht hij komen eten bij de familie Heijdenrijk, bekend van de firma Heijdenrijk, de lijstenmakerij. De Heijdenrijks hadden een paar adressen waar hij ook af en toe kon aanschuiven. “Zo kwam ik de week wel door, zij het met moeite”, vertelde hij later aan G. Brands. Maar de nood was hoog. “Ten slotte betaalde ik ook 5 gulden voor een sigaret, een Consi, bij een portier op het Thorbeckeplein.”        Consi leek mij de naam van een Engels of Amerikaans sigarettenmerk. Het zuiden van Nederland was in het najaar van 1944 al bevrijd. Daa...