Doorgaan naar hoofdcontent

De borst van de stilte

.
De winter van 1963 was de koudste winter van de twintigste eeuw. Hij kondigde zich al vroeg aan, in november 1962, maar kwam rond 20 december 1962 pas echt goed op gang. Toen zette de vrieskou in, en die zou voorlopig niet meer verdwijnen. “In Nederland draaide de wind in de loop van vrijdagavond 21 december naar noordoost. Vanaf dat moment waren alle barrières voor de kou weggenomen en kon de arctische lucht ook bij ons aan zijn zegetocht beginnen”, meldt een weergeschiedeniswebsite, nog steeds met enig ontzag, over deze “barre winter”, de “Big Freeze of 1963”.
       In de loop van de Tweede Kerstdag van dat jaar, 26 december 1962, begon het te sneeuwen, en ook de sneeuw zou voorlopig niet meer verdwijnen.
       Op de dag daarna, donderdag 27 december, had Elly de Waard een afspraak met Chris van Geel in Amsterdam. Ze hadden elkaar al leren kennen, en een week eerder, op zondag 16 december, in Groet, al een eerste gedichtenbespreking gehad. Elly de Waard had die eerste test goed doorstaan, en daarom had Van Geel voorgesteld elkaar een week later opnieuw te zien, om opnieuw over zijn gedichten te spreken – deze keer in Amsterdam. Zo geschiedde. “Hij logeerde daar bij een neef”, zo herinnerde De Waard zich later, in haar portret van Van Geel. Dat zal Jacques (Sjaak) Franswa (1930) zijn geweest, die in Badhoevedorp woonde.
       Het weer werd in de loop van die donderdag steeds winterser. Bussen en treinen reden met grote vertraging. Het zou moeilijk worden om Bergen (waar Elly de Waard woonde) en Groet (waar Van Geel woonde) nog met het openbaar vervoer te bereiken. Maar gelukkig was er “een vriendin van mij” die hen in haar auto naar huis kon brengen.
       In De Waards interview met Bibeb (Vrij Nederland, 23 september 1978) is het niet “een vriendin van mij”, maar “een oude vriendin van mijn moeder” die hen van Badhoevedorp door de sneeuw naar Groet bracht. Het doet er misschien niet zo veel toe wie de bestuurder was, en hoe oud zij was, maar voor de juiste duiding van de conversatie in de auto is het aannemelijker dat er een generatieverschil was tussen de chauffeuse en Elly de Waard.
       “Ze praatte met Chris op een flirterige manier”, vertelde De Waard tegen Bibeb. “‘U woont erg afgelegen’, zei ze.” Van Geel voelde de situatie goed aan. Hij begreep wat hem te doen stond en flirtte mee, op zijn eigen manier, door de rol van wereldvreemde taalgevoelige kunstenaar-dichter op zich te nemen. Dit is het gesprek dat zich in de auto ontspon:

– U woont erg afgelegen.
– Ik lig aan de borst van de stilte.

– U bent dichter, verlangt u nooit naar contact?
– Ik heb contact met de tong van de taal.

De vriendin zou dit gesprek op niveau maar wat graag hebben voortgezet, en dan het liefst zonder dat jonge meisje op de achterbank, maar daar kreeg ze de kans niet voor. Op de Achterweg in Groet, in de sneeuw, in het donker, stapte Chris uit – en Elly ook. “Toen ze ons afzette, reed ze jaloerserig weg!”
       Elly de Waard wist toen nog niet hoe die donderdag verder zou verlopen, maar dat werd haar al snel duidelijk. “We gingen het steenkoude huis binnen en ik vroeg nogal bedeesd, ik was erg van hem onder de indruk: ‘Waar moet ik slapen?’ Toen zei hij: ‘Daar’. En dat was zijn bed.” Daarna is ze er niet meer weggegaan.

• Bevroren Noordzee

Reacties

Populaire posts van deze blog

Krispijn

. De dichter Chr.J. van Geel was al 41 jaar oud toen hij, in 1958, debuteerde, met een dikke bundel: Spinroc en andere verzen , 148 pagina’s. In de jaren daarvoor had hij al veel gedichten geschreven, maar zonder daarvan iets te publiceren. Van Geel was erg kritisch op zichzelf, en onzeker – wat in dit geval vermoedelijk wel hetzelfde is. Hij kon erg goed twijfelen.        Zijn vriend Enno Endt en zijn levensgezel Thérèse Cornips stelden in 1955 daarom, zonder dat hij het wist, een strenge bloemlezing samen uit alle gedichten die zij op dat moment voorgelegd hadden gekregen: 78 gedichten die zij goed genoeg vonden voor publicatie en waarvan zij dachten dat Van Geel dat eigenlijk ook wel vond. Enno Endt schreef ze allemaal met de hand over in twee schoolschriften. De titel voor deze stiekem uitgekozen gedichten was Roofdruk , de vakterm voor een uitgave waarvan de auteur geen weet heeft. Ze legden de twee schriften voor aan enkele uitgevers, maar het k...

Gandhi

. In zijn column van afgelopen maandag op de opiniepagina van NRC haalde Stephan Sanders een gesprekje aan tussen een journalist en Mahatma Gandhi (1869-1948). Gandhi was, kort gezegd, de man die Brits-Indië voorging in de geweldloze bevrijding van de koloniale bezetter. In 1947 werd India onafhankelijk. Gandhi had zo zijn gedachten over de cultuur van de westerlingen, zoals blijkt uit dit korte gesprek:        – En wat denkt u van de westerse beschaving?        – Ik denk dat het een goed idee zou zijn. De kenner van het werk van Chr.J. van Geel zal dit citaat bekend voorkomen. In januari 1968 nam Barbarber deze tekst van hem op:        INTERVIEW MET GANDI        – Wat denkt u van de europese kultuur?        – Een goed idee. Van Geel zal het ergens in een krant of tijdschrift zijn tegengekomen en hij z...

Consi

. Chris van Geel (1917-1974) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam, aan de Herengracht, hoek Amstel, even zijde, nummer 598. Natuurlijk had hij het moeilijk, zoals iedereen. Tijdens de Hongerwinter werd het ook voor hem steeds lastiger om nog aan voedsel te komen. Van Geel, al lang en dun van zichzelf, werd nu helemaal een broodmagere verschijning.        Eén keer in de week mocht hij komen eten bij de familie Heijdenrijk, bekend van de firma Heijdenrijk, de lijstenmakerij. De Heijdenrijks hadden een paar adressen waar hij ook af en toe kon aanschuiven. “Zo kwam ik de week wel door, zij het met moeite”, vertelde hij later aan G. Brands. Maar de nood was hoog. “Ten slotte betaalde ik ook 5 gulden voor een sigaret, een Consi, bij een portier op het Thorbeckeplein.”        Consi leek mij de naam van een Engels of Amerikaans sigarettenmerk. Het zuiden van Nederland was in het najaar van 1944 al bevrijd. Daa...