.
Toen zijn huis in Groet was afgebrand, op 11 februari 1972, kreeg Van Geel tijdelijk een huis in Bergen. Op de vraag wat hij als eerste nodig had, antwoordde hij: gordijnen, een schrijfmachine – en een Van Dale. Natuurlijk. Dichters houden van woorden, en van woordenboeken. Van Geel keek er dagelijks in en noteerde altijd van alles.Dit is een gedicht uit 1950, nooit gepubliceerd:
VAN DALE(N)
Een russisch rijtuig
zonder veren
op vier lage wielen
met mattenbekleedsel
als huif
Een tent
uit dierenhuiden
Tartaren
Kalmukken
Kibitke, kibitka
v. (-n) v. (-s)
Het ziet eruit als een gevonden tekst, blijkens de titel aangetroffen in Van Dale, met wat lichte ingrepen omgebouwd tot een eigen gedicht. De tekst zal overgenomen zijn uit de zesde druk van Van Dale; die verscheen in 1924. Het kan ook de zevende druk geweest zijn, die in 1950 net verschenen was. Maar gezien de armoede van Van Geel is het niet aannemelijk dat hij zich op dat moment de aanschaf van een nieuwe druk kon veroorloven, hoe belangrijk het dikke boek ook was voor zijn dagelijkse werk.
Een woordgevoelige dichter als Van Geel moet meteen geraakt zijn geweest door wat hij hier aantrof. Er zat van alles in. De fijne alliteratie van “russisch rijtuig”. De onverwachte aanduiding “zonder veren”, met dat dubbelzinnige, en voor een vogeldichter als Van Geel altijd interessante woord “veren”: dit rijtuig had dus geen vleugels en kon niet vliegen. De ook wat merkwaardige toevoeging “lage” in “op vier lage wielen”: wat zijn lage wielen precies, en hoe laag zijn ze dan? Een formeel ouderwets woord als “mattenbekleedsel”. Een mooi woord als “huif”. Het spannende beeld van een tent uit dierenhuiden. De magie van namen van verre volken als Tartaren en Kalmukken. En dan eindigt het met waar het in het woordenboek mee begon, het vreemde toverwoord dat Van Geels aandacht getrokken zal hebben: ‘Kibitke, kibitka’. Het klinkt al bijna als een Russisch kinderliedje.
De taalkundige aanduidingen “v. (-n)” en “v. (-s)” voegde hij er nog aan toe – ik denk om het geheel nog wat grilliger en raadselachtiger te maken. Zo maak je van een woordenboekomschrijving je eigen object.
‘Kibitke’: het leek me een vreemd en exotisch woord, voor een vreemd en exotisch voorwerp, dat vijfenzeventig jaar geleden, in 1950, ook al vreemd en exotisch moet hebben geklonken. Het zal daarna wel uit de woordenboeken zijn verdwenen. Maar als ik nu mijn Van Dale opensla, zestiende druk, 2022, vind ik daar, tussen ‘kibibyte’ en ‘kibla’, nog steeds de ‘kibitka’:
(1) licht Russisch rijtuig zonder veren op vier lage wielen met een mattenbekleedsel als huif
(2) tent van dierenhuiden bij de Tataren en Kalmukken
Bij beide betekenissen wordt de variant ‘kibitke’ gemeld. In 1950 waren de meervouden nog verschillend (kibitken, kibitka’s), maar nu wordt bij beide woorden het meervoud blijkbaar gevormd met een -s (kibitka’s, kibitkes). De Tartaren worden nu Tataren genoemd, zonder eerste -r. Maar verder is er niets veranderd in de omschrijving van de Russische tent en tentwagen.
Reacties
Een reactie posten