In Brieven 1962-1974 is de correspondentie opgenomen tussen Judith Herzberg en Chris van Geel. Het boek verscheen in 2018. De brieven, voorzover bewaard gebleven, 112 in totaal, werden bezorgd en van aantekeningen voorzien door Marsha Keja. Op 12 mei 1962 schreef Van Geel een lange brief aan Herzberg en haar toenmalige echtgenote Huyck van Leeuwen. Daarin stond een raadselachtige passage, over een raadselachtige passage in een eerdere brief van Herzberg die Van Geel niet goed kon thuisbrengen:
Wij hebben niets zien overvaren, ook niet
Wij hebben niets zien overvaren, ook niet
als ik zou kunnen lezen wat Bleirup
is – Judith schrijft toch uiterst duidelijk en
rustig/mooi – Zeppelin, ballon, God,
kunstmaan? We lezen daarbij geen krant.
Wie of wat is Bleirup? Overigens denk ik dat Van Geel niet ‘Bleirup’ schreef, maar ‘Blémp’. Daarmee krijgt de kwestie nog weer een extra verdieping: we proberen hier te achterhalen wat iemand schrijft die zelf probeert te achterhalen wat iemand anders schrijft.
‘Bleirup’ of ‘Blémp’ – Van Geel wist het niet, en in de daaropvolgende brieven wordt er ook niet meer op teruggekomen. Inmiddels is, ná het uitkomen van de Brieven 1962-1974, de ansicht van Herzberg teruggevonden waarop Van Geel in zijn brief van 12 mei 1962 blijkbaar reageert. Op 3 mei 1962 vroeg zij:
Hebben jullie de [.....] ook zien overvaren?
Ik zou denken dat er op de plaats van de puntjes ‘Blémp’ staat, zoals Van Geel ook dacht, maar nog waarschijnlijker is: ‘Blimp’. Met een hoofdletter. Het puntje op de i is wat lang uitgevallen, waardoor het een accent aigu lijkt, en dat zal het voor Van Geel weer iets waarschijnlijker hebben gemaakt dat er onder dat streepje geen i, maar een e stond. Maar als je weet wat er staat, is er geen twijfel mogelijk. Dan staat er:
Hebben jullie de Blimp ook zien overvaren?
De Blimp was en is een luchtschip, meer in het bijzonder een slap luchtschip. Het heeft geen skelet, in tegenstelling tot de stijve zeppelin. Noem een blimp daarom nooit een zeppelin. De naam ‘blimp’ zou afgeleid zijn van de aanduiding ‘B-limp’ voor een slap (‘limp’) luchtschip van het B-type, ter onderscheiding van de stijve soorten van het A-type (‘A-rigid’). Volgens de Winkler Prins Encyclopedie van 1949 is het een “klein, bestuurbaar luchtschip, alleen in den neus met een geraamte van baleinen versterkt, en verder bestaande uit een op spanning gehouden luchtzak, gebruikt voor het konvooieeren van bootjes, verkenningstroepen, hulp aan schipbreukelingen e.d.”
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het sigaarvormige, langzaam door de lucht drijvende luchtscheepje vooral gebruikt voor reclamedoeleinden. Roxy, een bekend sigarettenmerk in die dagen, liet de vier letters van de merknaam groot op de huid van de sigaar afdrukken. Hij maakte een tournee door grote delen van Nederland en kreeg enorm veel bekijks. Het vluchtschema is bewaard gebleven. Zodoende weten we dat op zondag 29 april 1962 het schip opsteeg van vliegveld Hilversum en naar en over Amsterdam dreef, en weer terug.
Van Geel, in Groet, zag niets en las geen krant en wist nergens van. Maar Judith Herzberg wel, toen ze hem in Amsterdam langzaam over zag komen varen: daar ging geen Bleirup, geen Blémp, geen Zeppelin, geen ballon, geen God, geen kunstmaan, maar een Blimp.
Wie of wat is Bleirup? Overigens denk ik dat Van Geel niet ‘Bleirup’ schreef, maar ‘Blémp’. Daarmee krijgt de kwestie nog weer een extra verdieping: we proberen hier te achterhalen wat iemand schrijft die zelf probeert te achterhalen wat iemand anders schrijft.
‘Bleirup’ of ‘Blémp’ – Van Geel wist het niet, en in de daaropvolgende brieven wordt er ook niet meer op teruggekomen. Inmiddels is, ná het uitkomen van de Brieven 1962-1974, de ansicht van Herzberg teruggevonden waarop Van Geel in zijn brief van 12 mei 1962 blijkbaar reageert. Op 3 mei 1962 vroeg zij:
Hebben jullie de [.....] ook zien overvaren?
Ik zou denken dat er op de plaats van de puntjes ‘Blémp’ staat, zoals Van Geel ook dacht, maar nog waarschijnlijker is: ‘Blimp’. Met een hoofdletter. Het puntje op de i is wat lang uitgevallen, waardoor het een accent aigu lijkt, en dat zal het voor Van Geel weer iets waarschijnlijker hebben gemaakt dat er onder dat streepje geen i, maar een e stond. Maar als je weet wat er staat, is er geen twijfel mogelijk. Dan staat er:
Hebben jullie de Blimp ook zien overvaren?
De Blimp was en is een luchtschip, meer in het bijzonder een slap luchtschip. Het heeft geen skelet, in tegenstelling tot de stijve zeppelin. Noem een blimp daarom nooit een zeppelin. De naam ‘blimp’ zou afgeleid zijn van de aanduiding ‘B-limp’ voor een slap (‘limp’) luchtschip van het B-type, ter onderscheiding van de stijve soorten van het A-type (‘A-rigid’). Volgens de Winkler Prins Encyclopedie van 1949 is het een “klein, bestuurbaar luchtschip, alleen in den neus met een geraamte van baleinen versterkt, en verder bestaande uit een op spanning gehouden luchtzak, gebruikt voor het konvooieeren van bootjes, verkenningstroepen, hulp aan schipbreukelingen e.d.”
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het sigaarvormige, langzaam door de lucht drijvende luchtscheepje vooral gebruikt voor reclamedoeleinden. Roxy, een bekend sigarettenmerk in die dagen, liet de vier letters van de merknaam groot op de huid van de sigaar afdrukken. Hij maakte een tournee door grote delen van Nederland en kreeg enorm veel bekijks. Het vluchtschema is bewaard gebleven. Zodoende weten we dat op zondag 29 april 1962 het schip opsteeg van vliegveld Hilversum en naar en over Amsterdam dreef, en weer terug.
Van Geel, in Groet, zag niets en las geen krant en wist nergens van. Maar Judith Herzberg wel, toen ze hem in Amsterdam langzaam over zag komen varen: daar ging geen Bleirup, geen Blémp, geen Zeppelin, geen ballon, geen God, geen kunstmaan, maar een Blimp.
Reacties
Een reactie posten